In 1555 werd bij de Vrede van Augsburg verklaard dat Lutheranen na een jarenlange strijd toch hun eigen geloof mochten houden. Maarten Luther startte in 1517 de reformatie door 95 stelling aan de kerkdeur te spijkeren, waarin hij zei dat hij het niet eens was met de kerk. De kerk verkocht aflaten aan de mensen en vertelde hen dat door er een te kopen, jij of de overleden persoon voor wie je een aflaat kocht, korter in het vagevuur zou zitten na de dood. Deze aflaten kosten erg veel geld en met dat geld werden de kerk uitbundig versierd. Luther vond dat de echte essentie van het geloof, de relatie met God, verloren was gegaan. Hij dacht dat mensen alleen door geloof in de hemel konden komen, Luther was niet de enige die het niet eens was met de kerk. Johannes Hus wordt gezien als de voorloper van de reformatie. Aan het begin van de 14e eeuw bekritiseerde de hofkapelaan de aflaten en handel in relikwieën.

De katholieke kerk was het niet eens met de reformatie en begon de contrareformatie. Protestanten werden vermoord en missionarissen probeerden zielen van de verlorenen terug te winnen. Gelukkig kregen in 1555 de Lutheranen toch hun eigen rechten en waren ze vrij om hen geloof te beoefenen.

Bron foto: http://www.harmenjansen.nl/?p=970