De kruistochten (1075-1291) hadden als doel de heilige stad Jeruzalem te veroveren, maar waren toch niet zo succesvol als aanvankelijk werd gehoopt. De oorzaak van deze kruistochten waren de Turken die niet langer tolerant waren tegenover de christenen in Israël. De paus riep de oorlog uit tegen de Turken en veel van zijn gelovige aanhangers gingen naar Jeruzalem. De redenen voor de kruistochten die de christenen aflegden naar de heilige stad, waren de drang om hun geloof verder over de wereld te verspreiden, het idee dat door zo’n kruistocht de zonden kwijtgescholden zouden worden en het nodige avontuur van het roven van de steden en het vermoorden van de tegenstanders. Helaas was alleen de eerste kruistocht van 1096 tot 1099 een succes; de graafschap Edessa werd als eerst veroverd, maar in 1144 werd deze alweer ingenomen door de Turken.

De zesde kruistocht is misschien wel de opmerkelijkste; keizer Frederik II beschikte over weinig legermachten, maar kreeg het in 1229 toch voor elkaar om de Israëlische steden Bethlehem, Nazareth en Jeruzalem in handen te krijgen door enkel te onderhandelen met Egypte. Helaas waren de christenen het niet eens met zijn diplomatieke manier van veroveren en werd hij door de paus in de kerkelijke ban gedaan.

Bron foto: http://kruistochten.com/hoofdstuk-2