Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
Het leenstelsel is één van de centrale kenmerken van de Europeese middeleeuwse samenleving. Het systeem bloeide tussen 800 en 1400. Het hield in dat de vorst een deel van zijn land voor zichzelf nam en dat de resterende gebieden verdeeld zouden worden onder leenmannen. Leenmannen waren boeren die op zo'n stuk land (een fief) werkte in ruil voor de bescherming van de vorst.
Het leenstelsel is in de 8e eeuw ontstaan in de Frankische koninkrijken. Het systeem verspreidde zich snel rond Europa toen de Franken begonnen met het veroveren van andere grondgebieden. Het werd in Engeland geïntroduceerd in 1066 door Willem de veroveraar en vanaf daar spreidde het systeem naar Schotland en Ierland.
Onder het leenstelsel was de maatschappij erg stijf. Het was verdeeld in drie groepen: de geestelijken, de ridders en de boeren (zie foto). In tegenstelling tot bijvoorbeeld, het oude Egyptische systeem, was het erg moeilijk om in een hogere klasse te komen. Fiefs waren doorgegeven van vader op zoon, en zo werden boeren vrijwel nooit vorsten. Een ander probleem met het leenstelsel was dat mensen trouw waren aan individuen en niet aan de staat. Dit betekende dat de macht was verspreid over vele mensen en geen centraal bestuur was, waardoor er onstabiliteit heerste.
Bron foto: http://www.sofasandsectionals.com/feudalism-sectional-societies
Maak jouw eigen website met JouwWeb